Zonnecellen vormen de basis van de zonnepanelen waar we gebruik van maken, ze zorgen ervoor dat het licht dat de zon uitstraalt om te zetten valt naar elektrische energie, om daar vervolgens apparaten mee in te schakelen of voor de verlichting te zorgen. Het omzetten door de zonnecellen noemen we het foto-voltaïsch proces, waarbij we het licht (foto) omzetten naar stroom (volt). Een zonnecel is gemaakt van silicium, een grondstof die in grote mate beschikbaar is en die we op een groot aantal plaatsen ter wereld kunnen vinden.

Geschiedenis van zonnecellen
De geschiedenis van de zonnecel gaat terug tot in 1883, toen Charles Fritts erin slaagde om de eerste te ontwikkelen. Hij legde een klein laagje goud over silicium heen. De zonnecel had destijds een zeer lage opbrengst, maar het idee was geboren. Inmiddels slagen we er mede dankzij de ontwikkelingen door Russel Ohl in 1941 in om zonnepanelen met zonnecellen te ontwikkelen die een hogere opbrengst te bieden hebben. Met name in de jaren ’70 vond er tijdens de energiecrisis destijds een belangrijke ontwikkeling van de zonnecellen plaats, omdat de zonnepanelen toen een belangrijk alternatief begonnen te vormen voor de energie uit fossiele brandstoffen.

Soorten zonnecellen
We onderscheiden in principe drie verschillende soorten zonnecellen. De eerste is de amorfe zonnecel, een vrij dunne laag silicium die verdampt op een ondergrond. Het rendement is relatief laag, maar de toepassing is erg flexibel. De zonnecellen in zonnepanelen die we kennen hebben een monokristallijn of een polykristallijn karakter. De monokristallijne zonnepanelen maken gebruik van zuiver silicium in combinatie met een donkerblauwe massa. De polykristallijne zonnepanelen maken gebruik van silicium dat ongecontroleerd afkoelt, waardoor er sprake is van wat grove kristallen die een iets lager rendement opleveren.

Bekijk ook de volgende pagina’s:
– Zonnepanelen kopen
– Zonnepanelen terugverdientijd
– Zonnepanelen schoonmaken
– Zonnepanelen advies
– Zonnepanelen voordelen
– Zonnepanelen nadelen